Professor Maria van de Muijsenberg, hoogleraar gezondheidsverschillen bij het RadboudUMC, waarschuwt in De Gelderlander voor een toename van gezondheidsklachten door chronische stress.
Als kinderen in de eerste duizend dagen opgroeien in een omgeving waarin (één van) de ouders chronische stress hebben, wordt de kans op zaken als autisme, astma en overgewicht veel groter. Dat is bewezen volgens haar.
Zij vervolgt met uitleg over de hersengebieden die hierbij een grote rol spelen. Een van de gevolgen is het minder weerstand kunnen bieden aan impulsen.
Stotteren wordt in deze korte opsomming niet genoemd, terwijl stotteren zich doorgaans in de eerste duizend dagen manifesteert. Ook de hogere gevoeligheid wordt door veel mensen die stotteren herkend. In een sociale omgeving kan iets kleins je al gemakkelijk uit balans brengen, waardoor het voornemen om een spreektechniek toe te passen, direct uit beeld raakt.
Er zijn vele andere factoren aan te wijzen die chronische stress veroorzaken in de eerste 1000 dagen. Zoals: langdurig ziekenhuisopname van een van de ouders, het krijgen van een of meerdere miskramen, migratieachtergrond, werkloosheid en/of financiële zorgen. Daarnaast kan de relatie tussen de ouders en grootouders van het pas geboren kind een bron van stress vormen.
Leven de ouders en grootouders op grote afstand van elkaar, of zitten zij elkaar, zowel letterlijk als figuurlijk, dicht op de huid? Dit alles speelt mee.
De psycholoog Jürg Kollbrunner heeft in de jaren '90 tal van onderzoeken bestudeert en geeft, in zijn boek Psychodynamik des Stotterns aan dat de invloed van stress bij de ouders niet moet worden onderschat.
Nu er steeds meer economische tegenwind komt, ontstaan in meer gezinnen geldzorgen. Begrijpelijkerwijs(!) geeft dit ouders stress. Deze stress tijdens de eerste levensjaren van het kind moet serieus genomen worden. Sommige kinderen kunnen hierop reageren met het ontwikkelen van een symptoom, bv. stotteren.
Stottertherapie als symptoombestrijding
Speelt stress bij de ouders mee, dan is enkel stottertherapie voor het kind vaak niet genoeg. In dat geval wordt alleen het symptoom 'stotteren' behandeld, maar blijft de werkelijke oorzaak onbehandeld zitten. In dat geval kan stottertherapie kortstondig helpen, maar neemt de stress bij de ouders toe, dan zal het kind opnieuw met een symptoom (vaak stotteren) reageren. In stottertherapie wordt dat als een 'terugval' gezien.
Meer over het ontstaan en het in stand houden van het symptoom 'stotteren' is te lezen in onze brochure 'Stotteren in het gezin' .
Beter is om, naast de stottertherapie bij het kind, na te gaan of er stress bij de ouders speelt. Is dat het geval, dan dienen de ouders geholpen te worden in de omgang met hun stress. Zodat hun stress niet langer doorwerkt op het kind. Als gevolg van het afnemen van de stress bij de ouders, zal het stotteren bij het kind verminderen en is de kans groter dat het kind spontaan "over het stotteren heen groeit".
Gelukkig gaat 75 tot 80% van het stotteren, binnen enkele jaren, zonder behandeling over, aldus klinisch linguïst-logopedist dr. Marie-Christine Franken in het artikel Stotteren: direct of indirect behandelen? Het lijkt daarom zinvol om te onderzoeken op welke wijze die ouders zich in de periode van (tijdelijk stotteren) zich hebben ontwikkeld. Zijn er minder stressvolle omstandigheden ontstaan waardoor het kind zich beter heeft kunnen ontspannen en "over het stotteren" heen is gegroeid?