Een systeemopstelling, ook wel familieopstelling genoemd, laat in korte tijd zien welke dynamieken in een gezin, over meerdere generaties heen, op de achtergrond meespelen.
Bij stotteren kunnen systeemopstellingen als diagnostisch middel ingezet worden. Eventueel dieperliggende meespelende factoren kunnen door een systeemopstelling inzichtelijk worden gemaakt. Aan de gevonden factoren kan met behulp van andere therapieën verder worden gewerkt om het stotteren te verhelpen.
Van alleen een opstelling word je niet stottervrij.
Hoe werken systeemopstellingen?
Intake
Een systeemopstelling begint met een intake, waarin de opstellingenbegeleider de deelnemer vraagt naar zijn in te brengen problematiek. In een vraaggesprek wordt de problematiek verder uitgediept en tot een concrete vraag geformuleerd. Die concrete vraag wordt als uitgangspunt voor de opstelling genomen. Voorts vraagt de opstellingenbegeleider naar bijzonderheden in de familie. Zowel in de bloedlijn van vaderszijde als van moederskant. Hierbij kan het gaan om: vroegtijdig overleden kinderen, echtscheidingen, miskramen, oorlogsgeweld, verloren liefdes, ziektes, familiebedrijf, familiekapitaal, etc.
Representanten
Na de intake begint de eigenlijke opstelling. De deelnemer zoekt willekeurig mensen uit die belangrijke personen uit zijn familie gaan representeren. Zo iemand wordt een ‘representant’ genoemd. Vaak begint een opstelling met representanten voor: ‘Vader’, ‘Moeder’ en de ‘Deelnemer’. Ook kunnen representanten voor abstracte elementen worden neergezet, zoals ‘Stotteren’, ‘Vrij spreken’ of ‘Verdriet’. Als de representanten door de deelnemer zijn opgesteld, vertolken zij de gevoelens van de personen/elementen die zij representeren. Hoe dit kan, is niet bekend. Desondanks reageren deelnemers vaak verbijsterd hoe verbluffend echt en treffend een representant de karaktertrekken van zijn moeder, vader, opa of oma neer weet te zetten. Hoewel ze die persoon niet kennen en nog nooit ontmoet hebben.
De opstellingenbegeleider bevraagt één voor één de representanten voor ‘Vader’, ‘Moeder’, ‘Stotteren’, et cetera hoe zij zich voelen. Aan de hand van hun antwoorden stelt de opstellingenbegeleider voor om als representanten van die personen de ervaren gevoelens naar elkaar uit te spreken. Op het uitspreken van die gevoelens gaan de representanten op elkaar reageren: hetzij met woorden, hetzij met een veranderende houding (zoals: gaan kijken,
nieuwsgierig worden, wegdraaien, etc.) Ook daarin stimuleert de opstellingenbegeleider de representanten om die gevoelens naar elkaar uit te spreken. Daar waar de echte ouders hun gevoelens in het echte leven vaak niet naar elkaar uit kunnen spreken, vertolken de representanten deze gevoelens en uiten ze deze naar elkaar.
Nieuwe inzichten op het symptoom stotteren
Dit proces geeft inzicht in wat er aan verzwegen problematiek in een gezin meespeelt. Door een opstelling kan deze problematiek aan de oppervlakte komen en zichtbaar worden gemaakt. Opstellingen zijn een waardevol instrument om snel inzicht te krijgen in onderliggende problematiek bij symptomen, zoals stotteren en andere spraak-/taalstoornissen.
Op een gegeven moment is er een keerpunt in de opstelling, waar de opstellingenbegeleider op inhaakt door de opstelling te leiden naar de ideale situatie. Hierdoor krijgt de deelnemer een ander beeld over zijn ingebrachte vraag te zien. Dit alles kan tot nieuwe inzichten bij de deelnemer leiden.