In 2024 hebben we belangrijke stappen gezet om de positie van mensen die stotteren en daardoor problemen op de arbeidsmarkt ervaren, te verbeteren. Door middel van media-aandacht, lobbywerk en samenwerking met overheidsinstanties zijn we dichter bij ons doel gekomen: een meer inclusieve samenleving.
Discriminatie op de arbeidsmarkt in beeld
Naar een idee van Steven de Jong en met steun van StartFoundation realiseerden we samen het project 'stotterend solliciteren'. De resultaten van dit project, onder andere in 2024 vastgelegd in zijn boek 'Gelieve niet te stotteren op onze inclusieve werkvloer', trok de aandacht van diverse landelijke en regionale dagbladen, nieuwswebsites en radioprogramma's.
Dankzij deze media-aandacht konden we waardevolle contacten leggen met beleidsmakers en andere belanghebbenden.
Daan de Kort, VVD, stelde zelfs Kamervragen aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Eddy van Hijum.
Dini Zeggelaar kreeg de unieke kans om tijdens een werkbezoek van minister Van Hijum aan de Landelijke Cliëntenraad de problematiek rondom de discriminerende uitwerking van de ‘banenafspraak’ persoonlijk onder de aandacht te brengen. Ze benadrukte met klem dat mensen met een beperking die niet onder de WIA of Wajong vallen, vaak in een ongelijkwaardige positie verkeren.
Waardevolle gesprekken met ministerie SZW
Na jarenlang actief deel te hebben genomen aan online consultaties, waarbij we constructieve voorstellen deden, hebben we dit voorjaar eindelijk de kans gekregen om rechtstreeks in gesprek te gaan met een betrokken senior beleidsmedewerker van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
Tijdens dit goed voorbereide gesprek hebben we, aan de hand van geanonimiseerde ervaringen uit onze achterban, duidelijk kunnen maken dat mensen die matig tot ernstig stotteren en al werkervaring hebben, vaak in een kwetsbare positie verkeren. Ze vallen tussen wal en schip.
Het is bemoedigend dat de herziening van de wetgeving, die in 2025 van start gaat, ook aandacht zal besteden aan de specifieke behoeften van deze groep.
Oprichting groep: communicatieve beperkingen
Tijdens de eerste bijeenkomsten van de Nationale Strategie Handicap ontdekten we een sterke gedeelde passie met TOSCentraal: het realiseren van wezenlijke veranderingen voor mensen met een communicatieve beperking. Om onze invloed te vergroten en een specifieke focus op communicatieve beperkingen te leggen, hebben we samen met TOSCentraal, Patiëntenvereniging Hoofd-Hals (PVHH) en ISAAC-NF een nieuwe werkgroep opgericht. Deze organisaties kennen we al van onze samenwerking binnen de 112-alliantie. Door deze bundeling van krachten hebben we een krachtige stem gekregen in de discussies over de positie van mensen met communicatieve uitdagingen.
Deelname werkagenda sessies VN Verdrag- Handicap
Het was een uitdaging om de groep 'communicatieve beperkingen' erkend te krijgen binnen de Nationale Strategie Handicap, maar uiteindelijk is het ons gelukt!
De belemmeringen waar mensen met communicatieve beperkingen tegenaan lopen zijn namelijk van een heel andere aard dan bijvoorbeeld fysieke barrières. Terwijl bij toegankelijkheid vaak gedacht wordt aan rolstoeltoegang, gaat het bij ons om de vraag: in hoeverre kunnen we echt meedoen in gesprekken? Een spreektijd van twee minuten voor iedereen is bijvoorbeeld discriminerend voor mensen die langer nodig hebben om hun gedachten onder woorden te brengen. En dan hebben we het nog niet eens over situaties waarin je helemaal niet aan het woord komt.
We verwachten dat onze deelname aan de werkagenda sessies zal resulteren in concrete voorstellen voor wet- en regelgeving die de positie van mensen met communicatieve beperkingen op verschillende levensgebieden verbeteren.
Hoewel de werkdruk hoog is voor onze organisaties, die het moeten doen zonder overheidssubsidies, slagen we er goed in om samen te werken. Door onze krachten te bundelen, kunnen we vanuit verschillende perspectieven onze standpunten overbrengen.
Een groot voordeel van deze werkagenda-sessies is dat we tijdens en na de bijeenkomsten direct met elkaar appen. We delen onze ervaringen, zowel positief als negatief, en komen zo tot een beter begrip van de uitdagingen waar we samen voor staan.
Door onze standpunten krachtig te verwoorden en samen te werken, zijn we ervan overtuigd dat we concrete verbeteringen kunnen realiseren. Met veel enthousiasme kijken we uit naar de eerste voorstellen die begin 2025 worden verwacht.